top of page

Met de VWBL op bezoek in het natuurreservaat Heid des Gattes op 22/04/2017 te Aywalle (IFBL-uurhok:

Niet vaak gaan we op lichenologische visite bij onze zuiderburen. Dit blijkt onterecht. De opkomst was niet in overeenstemming met de soortenrijkdom en het groot aantal bijzondere soorten die we aantroffen in het natuurreservaat Heid des Gattes. Het aangekondigde slechte weer kwam aanvankelijk voor de zeven deelnemers wel water in het eten gooien. Onze streeplijsten en wijzelf werden het eerste uur getracteerd op een malse, zeg maar miezerige, regenval die gelukkig vrij snel stopte zodat we onze boterhammen droog konden opeten en onze streeplijst aan een tweede droog leven kon beginnen. Maar daar zijn we nog niet. Onze eerste aandachtspunt betrof een stuk rotswand waarop drie steriele soorten stonden. Een korst met paarsige soralen die deed denken aan Purperkring (Schismatomma decolorans) maar dan op steen, een korst met dikke groene soralen en een witte prothallusrand waar we via Sleutelen met lichenen (Vermeulen s.d.) Dijkenlichtvlekje (Bacidia viridifarinosa) (Foto 1) meenden te herkennen en nog een dikkere witte korst met eveneens paarsige soralen waar we zelfs geen poging ondernomen hebben een naam voor te vinden. Om onze frustratie te bekoelen namen we snel onze toevlucht tot de bomen links van de weg waar we ons direct veel meer op ons gemak voelden met bekende soorten als Hamsteroortje (Normandina pulchella), Verzonken schriftmos (Opegrapha rufescens) en een hele reeks bruine boomschildmossen waaronder een plukje van het het eerder zeldzame Lobjesschildmos (Melanohalea laciniatula). Een schaduwmos (Phaeophyscia) met overwegend duidelijke lipsoralen, brede afgeronde lobben en een egale groene kleur konden we niet anders dan Lipschaduwmos (Phaeophyscia endophoenicea) noemen ook al konden we de rode kleur van het merg niet vinden (Foto 2). En aangezien we geen toelating hadden om te verzamelen konden we het niet meenemen om nadien grondiger te bestuderen. De echte ingang van het reservaat bereikten we pas tegen de middag. Na de boterhammen gingen we onder meer op zoek naar Oranje wimpermos (Teloschistes chrysophthalmus) waarvan de aanwezigheid in het reservaat van één exemplaar bekend was. Op dit ogenblik is dit de enige bekende Belgische groeiplaats van deze soort. Het betreffende exemplaar zag er vrij verdroogd uit (ondanks de regen). In de steengroeve zelf verkenden we grondig talrijke rotsblokken en her en der verspreide bomen. Niet alles kon met zekerheid gedetermineerd worden. Er werden veel foto’s genomen met de bedoeling ons achteraf toe te laten toch een een aantal van de onbekenden op naam te brengen. Om de dag af te sluiten bekeken we nog een laatste stuk rotswand waarbij we twee bijzondere soorten konden aantreffen: Caloplaca demissa (Foto 3) (geen Nederlandse naam) waarover we vruchteloos zochten naar meer informatie in de verschillende veldgidsen die we meehadden en Rotsvingermos (Physcia dimidiata) (Foto 4) die thuis achteraf gemakkelijk te determineren bleek met behulp van afbeeldingen op het internet. Kenmerkend voor deze laatste zijn de berijping van de lobben en de grijzige soralen. Uiteindelijk konden we de lijst afsluiten met 113 soorten. Als we onze soortenlijst vergelijken met de lijst van 115 soorten opgemaakt door Ertz in 2011 (http://www.heiddesgattes.be/) hebben wij 47 extra soorten toegevoegd en hebben we ongeveer evenveel andere soorten(48) niet herkend of ontmoet. Vermoedelijk is dit minstens ten dele een gevolg van verschillen in de gevolgde weg. Het reservaat is dus in elk geval nog veel rijker aan lichenen dan we zelf hebben kunnen vaststellen.

Foto 1. Dijkenlichtvlekje – Bacidia cf. viridifarinosa (Foto Leo Vanhecke)

Foto 2. – Lipschaduwmos – Phaeophyscia endophoenicea (Foto Leo Vanhecke)

Foto 3. – Caloplaca demissa (Foto Leo Vanhecke)

Foto 4. – Rotsvingermos – Physcia dimidiata (Foto Leo Vanhecke)

bottom of page